Maak jij deze fouten bij LED Installaties?
LED verlichting installeren lijkt eenvoudig - maar de realiteit is anders. Elk jaar zien wij honderden projecten waarbij LED installaties niet presteren zoals verwacht, vroegtijdig falen of simpelweg niet de gewenste resultaten opleveren. Het probleem? Vaak zijn het dezelfde, vermijdbare fouten die steeds weer gemaakt worden.
Als je denkt dat LED installatie gewoon "plug and play" is, dan maak je waarschijnlijk al je eerste fout. Lees verder en ontdek of jij deze kostbare misstappen ook maakt - en belangrijker nog: hoe je ze kunt vermijden.
Fout #1: Warmteafvoer negeren
LED lampen produceren minder warmte dan gloeilampen, maar dat betekent niet dat ze helemaal koel blijven. Een LED die zijn warmte niet kwijt kan, gaat sneller stuk. Vooral bij inbouwspots in een afgesloten ruimte is dit een onderschat probleem.
De juiste aanpak:
ā
Zorg altijd voor voldoende ventilatie rond LED fixtures
ā
Gebruik LED strips met aluminium profielen voor warmteafvoer
ā
Plaats LED's niet in volledig afgesloten behuizingen zonder ventilatie
ā
Controleer de omgevingstemperatuur - blijf onder de 40°C
Fout #2: Verkeerde driver selectie
Een van de meest gemaakte fouten is het gebruiken van de verkeerde LED-driver of voeding. LEDās werken meestal op laagspanning (zoals 12V of 24V), terwijl je netstroom 230V levert. Als je geen geschikte transformator of driver gebruikt, kunnen je LED-lampen flikkeren, oververhit raken of zelfs helemaal niet werken.
Tip: Controleer altijd of je voeding past bij de spanning en het vermogen van je LED verlichting.
Fout #3: Te veel LEDās op ƩƩn voeding
Het lijkt handig om meerdere LED-lampen of -strips op ƩƩn voeding aan te sluiten, maar als je daarmee het maximale vermogen van de driver overschrijdt, leidt dit tot overbelasting. Het resultaat? Flikkerende lampen of een voeding die uitvalt.
Tip: Tel het totale wattage van je LED verlichting op en kies een voeding die iets meer aankan dan dat totaal.
Fout #4: Niet op de IP-waarde letten
Iedere LED lamp heeft een andere IP-classificatie. Deze waarde geeft aan in hoeverre de LED lamp bestand is tegen water en vocht. Het is belangrijk om bij iedere ruimte goed te kijken welke IP-classificatie nodig is. Kijk daarom goed naar de specifieke omstandigheden.
Lees onze blog IP waarde LED verlichting goed door voordat je LED verlichting uitkiest.
Fout #5: Geen rekening houden met dimbaarheid
Niet alle LEDās zijn dimbaar ā en niet elke dimmer werkt met LED. Gebruik je een gewone (halogeen) dimmer op een niet-dimbare LED lamp? Dan krijg je te maken met knipperende lichten of lampen die helemaal niet aangaan.
Tip: Wil je kunnen dimmen? Kies dan zowel een dimbare LED lamp als een LED-compatible dimmer.
Fout #6: Verkeerde kleurtemperatuur kiezen
De ene kleurtemperatuur is de andere niet. Kies je een te koele (blauwe) kleur voor je gezellige woonkamer, dan sla je de plank mis. Andersom wil je geen warmgeel licht boven je werkplek.
Wat je moet weten:
- 3000K: Warm wit, horeca en retail
- 4000K: Neutraal wit, kantoren en werkplekken
- 6000K: Koel wit, industriƫle toepassingen
Fout #7: Verkeerde aansluiting
LEDās zijn gevoelig voor polariteit: de plus en min moeten op de juiste manier aangesloten zijn. Sluit je ze verkeerd om aan? Dan werken ze simpelweg niet. Dit komt vooral voor bij strips of losse LED-elementen.
Tip: Controleer de bedrading en gebruik eventueel een multimeter om de juiste polariteit te bepalen.
Conclusie
LED verlichting is een slimme keuze, maar dan moet je installatie wel goed gebeuren. Door bovenstaande fouten te vermijden, bespaar je jezelf veel gedoe en haal je het maximale uit je verlichting.